Samenvatting reacties inloopavond 15 januari Oosterdel

De belangstelling voor het concept-plan voor de toekomst van het Oosterdelgebied was overweldigend. Meer dan 80 inwoners en betrokkenen kwamen binnenlopen op maandagavond 15 januari om de gepresenteerde oplossingen te bekijken. 

Hieronder vindt u een samenvatting van de reacties. 

Oeveroplossingen

Men is over het algemeen positief over de voorstellen om de oeverafkalving op te lossen. ‘Niets doen is geen optie. Deze parel moet bewaard worden voor de volgende generatie’. Men is blij dat de beoogde oeverherstel op een natuurlijke en logische manier wordt opgelost. Ook wordt gewaardeerd dat locatiespecifieke oplossingen zijn bedacht. Denk daarbij aan de cultuurhistorische getrapte oever. Maar denk ook aan de natuurvriendelijke oever, met een meerwaarde voor de biodiversiteit en waterkwaliteit. En enkeling vindt de flauwe natuurvriendelijke oever niet in het cultuurhistorisch beeld passen. 

Er zijn meerdere mogelijkheden om de flauwe natuurvriendelijke oevers te realiseren. Enerzijds door de flauwe oever in de watergang en daarmee aan het eiland te leggen. Anderzijds door de flauwe oever op het eiland aan te brengen. Het eiland wordt daarmee iets kleiner. Een huurder vraagt om maatwerk en daarbij rekening te houden met zeer smalle eilandjes.

Sommige inwoners in het gebied (bijv. Schapenland) hebben ook te kampen met oeverafkalving en zouden ook een natuurlijke oever willen aanbrengen. Gevraagd wordt of er meegekoppeld kan worden, eventueel met financiële steun. Daarnaast wordt afgevraagd of ook de oevers van onbebouwde eilanden in het woongebied natuurvriendelijk ingericht kunnen worden.

Waar nodig worden oevers extra verstevigd met wiepen, gemaakt van wilgentenen. Iemand vraagt zich af of er niet beter gebruik gemaakt kan worden van robuuster materiaal, wilgentenen zouden snel vervangen moeten worden. Als proef zijn reeds diverse eilanden van wiepenbeschoeiing voorzien. Diverse mensen geven aan dat deze proef succesvol is en riet ontwikkeld tussen de akker en de wiepen. Er wordt geopperd gebruik te maken van lokaal geoogste wilgentenen. Wilgentenen zouden jaarlijks geoogst worden aan de noordzijde van het gebied. 

Meerdere bezoekers vragen aandacht voor de bescherming van jong aangeplant riet tegen ganzenvraat, rivierkreeften en golfslag. Ook wordt gevraagd om bij eilanden die rondom rietoevers krijgen rekening te houden met de mogelijkheid het eiland te betreden.

Waterkwaliteit

Een ondiepere waterbodem maakt oevers beter bestand tegen afkalven, maar zorgt ook voor zonlicht op de bodem, waardoor waterplaten kunnen groeien die bijdragen aan de waterkwaliteit (helder water doelstelling). Een aantal mensen waarschuwen voor de doorvaarbaarheid. De vaarroute zou voldoende diep moeten zijn en niet moeten dichtgroeien met waterplanten. Er is een specifiek verzoek gedaan om aan de buitenkant van het gebied rondom een vaarsloot open te houden.

In de plas is een slibvang beoogd. Een diepere put, waar door middel van natuurlijke stroming slib zal verzamelen dat weggebaggerd kan worden. Er werden vraagtekens gezet bij de locatie van de slibvang. Als deze te dicht op de oevers wordt geplaatst, zorgt het baggeren dan juist niet voor het afkalven van de oevers? Ook wordt aangegeven dat de plas in het verleden als stortplaats gebruikt zou zijn en een auto op de waterbodem zou liggen. Wat betekent dit voor de slibvang? Het idee is dat de grond die vrijkomt bij het graven van de slibvang gebruikt kan worden om sloten ondieper te maken. Wordt de vrijkomende grond getoetst op verontreinigingen? 

Afgevraagd wordt of er winst te behalen valt met het saneren van riooloverstorten in het waterlichaam? Het idee bestaat dat er regelmatig vuil water op de sloten wordt geloosd bij overstorten en/of foutieve aansluitingen. In aanvulling daarop wordt gevraagd of het mogelijk is om huizen verplicht te laten afkoppelen en daarmee hemelwater rechtstreeks af te voeren naar het oppervlaktewater.

Water- en landnatuur

Men waardeert het dat er zoveel aandacht is voor de verbetering van de natuurwaarden.

Middels pijlen op het paneel is aangegeven hoe het plan bijdraagt aan de grotere natuurstructuur, als stapsteen in de natte natuurverbinding langs de ringvaart. Sommigen vragen zich af welke gebieden aan elkaar verbonden worden. Dat vergt toelichting in het plan. Een ander filosofeert wat er met het Oosterdel gebeurt als het niet beheerd zou worden: ‘echte natuur is, waar je niets aan doet’. 

Een bezoeker heeft het idee dat er minder vis in het water is? Ook zou op snoek gevist worden, afgevraagd wordt of dat toegestaan is. 

Op de panelen wordt onder andere de ringslang en otter als doelsoort aangegeven. Met vraagt zich af of dat haalbaar is. De otter zou nog niet in de buurt waargenomen zijn. Ook stelt men voor meer doelsoorten voor vogels te noemen, denk aan weidevogels en rietvogels.

Men gaf ook aan dat ganzen in het gebied voor veel problemen zorgen en dat men niet heel duidelijk een oplossing zag voor dit ganzenprobleem in de gepresenteerde plannen. Men gaf aan dat er een actieve ganzeneierendompelgroep bestaat en dat deze graag zou willen uitbreiden naar het gebied ten noorden van het Oosterdel, omdat daar ook veel ganzen zijn en men het idee heeft dat deze ganzen ook naar het Oosterdel komen. Voor het eierendompelen is echter een vergunning nodig, dus daarom worden daar nu nog geen eieren gedompeld. Maar de wil en mankracht zouden er wel zijn.  

Men vraagt de bomen aan de noordzijde van het gebied zoveel mogelijk te behouden. Het is een hele mooie zone en het leefgebied van veel vogelsoorten zoals de ijsvogel en groene specht.

Cultuur, landschap en beleving

Op de voorstellen werd zeer gevarieerd gereageerd. Vooral het voorstel voor het wandelpad aan de noordzijde van het gebied leverde veel en uiteenlopende reacties op. Een deel van de mensen was heel blij en enthousiast over het voorstel en keek er naar uit om eindelijk een pad door het gebied te kunnen bewandelen in plaats van net er buiten (via de straat Reiger). Een ander deel van de mensen reageerde minder/niet enthousiast en maakte zich vooral zorgen over de vele extra wandelaars die het pad met zich mee zou brengen, de parkeerbehoefte en de brug die gebouwd zou moeten worden. Bewoners nabij de wandelroute maken zich zorgen over mensen die vlak langs hun huis lopen, ook als de wandelaars van de route afwijken en rond gaan lopen op het Schapenland. Tegelijkertijd wordt ook oplossingsgericht gedacht door te opperen via bebording de route aan te geven. Anderen maken zich minder zorgen over de drukte. De drukte langs het huidige wandelpad, langs de woningen aan de Sluiskade valt mee en wordt niet als te veel ervaren. Enkelen maken zich zorgen over hangjeugd, vandalisme en afval, vinden dit wandelpad niet nodig en ten koste gaan van het mooie natuurlijke landschap. Voorgesteld wordt daarvoor in de plaats het bestaande onverharde pad op de dijk toegankelijker te maken. Nu is het vaak ontoegankelijk door modder en grazende schapen. Andere bezoekers vinden juist dat het wandelpad uniek moet blijven, zonder verharding of halfverharding (schelpenpad), maar zoals het nu is, in de modder.

Om de noordelijke wandelroute te realiseren is een brug nodig om de vaarroute te ‘overbruggen’. Booteigenaren vragen aandacht voor de doorvaarbare hoogte van de brug. Een aantal mensen vinden een brug ontsierend of historisch niet juist. Anderen zien wandelbrug wel zitten, maar vragen aandacht voor de uitstraling en begaanbaarheid. Het wordt gewaardeerd dat de brug een mooi uitkijkpunt over het Oosterdel kan worden.

De bestaande kanodoorgang zou net te smal zijn voor sups. Het verzoek is om deze een klein beetje te verbreden bij de aanleg van het noordelijke wandelpad.

Hondeigenaren opperen om het Eerstelingenpad aan te wijzen als hondenlosloopgebied.

In een ander project (Kanaalpark) wordt onderzocht om een verbinding van de Westdijk, over het kanaal, naar het Eerstelingenpad te krijgen. Ook hier wordt gevarieerd op gereageerd. Er zijn bezoeker die erg positief zijn, bijvoorbeeld omdat het station van Heerhugowaard beter bereikbaar wordt. En er zijn bezoekers met specifieke voorkeuren: liever een pont dan een brug, liever een brug als uitzichtpunt. Ook zijn er bezoekers die beide mogelijkheden niet zien zitten.

Een aantal mensen leek het erg leuk om een uitzichtpunt of vogelkijkscherm te krijgen in het zoekgebied. Wel gaven enkele aanwezigen aan dat er echt voorzichtig moet worden omgegaan met de huidige natuurwaarden in het zoekgebied. Zij gaven aan regelmatig roerdompen en kiekendieven te zien in het gebied en ze zouden het erg zonde vinden als deze vogels vertrekken door toenemende recreatie en/of een wandelpad. Ze waarderen het echter dat er met zorg naar de natuur wordt gekeken.

Over de plannen voor de historische voorbeeldakkers reageerde men over het algemeen positief. Men vond het leuk om een stukje historie op deze manier terug te brengen in het gebied en de herintroductie van de getrapte oevers vond men een goed idee. Men had wel wat vragen over of er met boten aangelegd gaat worden aan deze eilandjes en wat en hoe er precies geteeld gaat worden op deze eilanden.

Mensen van Oosterheem zagen dat hun eilanden als voorbeeldakkers zijn ingetekend. Ze geven aan biologisch-dynamisch te boeren. Ze vragen zich af of zij van deze akkers wegmoeten en moeten ruilen met andere akkers, of dat zij gewoon mogen blijven. Wanneer zij namelijk een andere akker toegewezen zouden krijgen, kan dit een probleem vormen omdat ze dan hun predikaat biologisch-dynamisch kwijt zijn en eerst zeven jaar onder strenge regels moeten telen, voor zij hun predikaat weer terug kunnen krijgen.

Enkelen vinden dat (informatie)borden het beeld verstoren van het prachtige landschap. Kan het ook op een aantrekkelijke manier?

Tijdens de vorige participatieavond kwam naar voren dat er gevaarlijke en te drukke situaties op het water ontstaan bij het kruispunt Schapenland/Veldzorg/Oosterheem. Daarom is een alternatieve vaarroute voorgesteld. Over het algemeen is men daar zeer enthousiast over.
Mensen van zorgtuinderij Oosterheem maken zich zorgen over de nieuwe vaarroute, die dan aan alle kanten langs hun eiland komt. De mensen van de zorgtuinderij die werken op de eilanden zijn snel overprikkeld, zeker wanneer de vele vaarbewegingen rondom alle zijden van hun eilanden varen. Ze begrijpen de reden voor de nieuwe route, maar zouden voor willen stellen deze een eiland naar achteren te verschuiven, zodat er voor de mensen van Oosterheem wat rust bewaakt kan worden. Sommige bewoners van Schapenland zijn positief over de aangepaste vaarroute. Maar zien ook een optimalisatie. Ze opperen het idee om éénrichtingsverkeer in te stellen. Ook wordt het voorstel gedaan om borden en spiegels te plaatsen op onoverzichtelijke plekken. Het belang van handhaving door Boa’s en politie wordt ook benadrukt.

Verzocht wordt lelijke bouwwerken zoals kassen op de eilanden weg te halen. Deze staan nu in het zicht van de rondvaartroute van de museumboot en het zou zonde zijn als aan de ene zijde mooie historische voorbeeldakkers zichtbaar zijn en aan de andere zijde verloederde bouwwerken.

Proces en vervolg

Men is optimistisch over de voortgang die gemaakt wordt. ‘Er is echt iets gedaan met de reacties die vorige keer zijn gegeven’. Al jarenlang hebben inwoners, huurders, vrijwilligers en anderen zorgen over de instandhouding van het gebied. In ongeveer een jaar tijd is een samenwerking tot stand gekomen tussen gebiedspartners, een probleemanalyse uitgevoerd en nu ligt er een concept plan om het gebied richting de toekomst te behouden. Ondanks dat de 5 betrokken partijen nog moeten besluiten, geeft het vertrouwen dat er daadwerkelijk maatregelen genomen gaan worden. Wel zijn bezoekers benieuwd hoe lang het gaat duren voor er maatregelen tot uitvoering komen.

Het plan is veelomvattend. Er zijn mooie maatregelen bedacht voor het herstel van de oevers, verbetering van de waterkwaliteit, behoud en ontwikkeling van natuur en de beleving van het landschap. Enkelen vragen zich af of het plan te hoog gegrepen is. Is het haalbaar om het volledige plan te realiseren? Hebben alle maatregelen evenveel prioriteit? Kan het helpen om het plan gefaseerd te realiseren. Kan een vrijwilligersorganisatie als Veldzorg de maatregelen uitvoeren? Is behoud en beheer van het gebied structureel goed opgelost? Het concept-plan geeft antwoord op de vraag ‘wat’ ervoor nodig is om het Oosterdelgebied richting de toekomst te kunnen behouden. Er is vertrouwen dat het concept-plan te realiseren is. De komende tijd gaan de organiserende partijen verder met elkaar uitwerken ‘hoe’ het plan gerealiseerd gaat worden.

Gevraagd wordt wat de status is van de leer-werklocatie en de samenwerking met het Clusius college.

Op dit moment heeft het gebied een NNN-status (Natuur Netwerk Nederland). Iemand vraagt zich af of het helpt om een erfgoed status te geven, zoals gemeentelijk monument, bijzonder provinciaal landschap of Unesco Werelderfgoed.

Ook reageren?

Met vraagt zich af of het mogelijk is opmerkingen na te zenden. Dat kan via oosterdel@dijkenwaard.nl. Reacties worden meegegeven aan de betreffende besturen die een besluit nemen over het plan. Zie verder ook de pagina Oosterdel: ontwikkeling gebied